We schrijven 27 november 2024. Bij de inmiddels muf geurende oudere Bond-fans zijn er nu terecht zorgen. Zorgen dat een eventuele productie-aankondiging van een nieuwe Bond-film weleens rijkelijk te laat kan zijn voor een duurzame continuïteit van de filmfranchise.
Een eventuele première van Bond 26 ergens in het najaar van 2028 zou haast onvoorstelbaar zijn, maar lijkt steeds realistischer. Daar komt nog bij dat in 2035 de rechten van alle James Bond-romans, dus ook de ooit zo hevig bevochten namen ‘Ernst Stavro Blofeld’ en ‘SPECTRE.’, tot het publieke domein gaan behoren. Iedereen kan dus straks aan de haal met James Bond, ook al is hij nu verhaaltechnisch gezien hartstikke morsdood.
Ongehoorde Bond-fans
Weinig positiefs te melden dus. Maar dat heb je te slikken wanneer de verantwoordelijke producers zuiver -en uit creatieve interesse besluiten om andere film- en theaterprojecten voorrang te geven. En toch, tóch richt ik mij rechtop in dit gezellige koffiebarretje in Breda om nog eens bij mezelf te rade te gaan wat er zou moeten gebeuren om James Bond 007 weer een succesvolle kickstart te geven. Wellicht zal er niets uit voortkomen en gaan de Bond-producers toch maar hun eigen gang. Zinloosheid pur-sang misschien, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Dus daarmee ook de inspiratie. James Bond blijft immers ook in deze tijd van globale spanningen een onderwerp dat nog steeds inspireert en mensen kan laten ontsnappen aan de waan van de dag.
Dus wat zou ik doen met een nieuwe reeks Bond-films? Welke fundamenten zou ik leggen om James Bond weer tot leven te wekken? Om van hem weer die allesomvattende levensgenieter te maken met schurende karaktertrekken en soms politiek incorrecte levensopvattingen? Ik heb drie belangrijke pijlers die ik terug zou willen zien in (de productie van) een nieuwe James Bond-film: unieke sfeerbepaling en locaties, vernieuwende trendsettende actie én uitmuntend verhaallijnen waarin geen blad voor de mond genomen wordt.
Sfeerbepaling
Als het om sfeerbepaling gaat, dan hebben de meeste James Bond-films los van elkaar en los van de formule iets unieks. Ze verschillen onderling dus nog steeds stevig van elkaar. Elke film legt namelijk z’n eigen culturele accenten. Waar On Her Majesty’s Secret Service (1969) ons een witte kerstfilm geeft, presenteert Live And Let Die (1973) ons een bovennatuurlijk horrorsfeertje. You Only Live Twice (1967) is een ode aan al het culturele moois wat Japan ons heeft te bieden, en in The World Is Not Enough (1999) zien we dat de geopolitieke macht van olie als een rode draad door het verhaal loopt. Casino Royale (2006) is dé perfecte commercial voor gokken in stijl en Octopussy (1983) brengt je, met liaan en al, in broeierige exotische sferen. Indiana Jones en Tarzan kunnen daar nog een puntje aan zuigen. Of wat te denken aan cultuur eigen regionale tradities in de vorm van feesten? Thunderball (1965) laat ons kennis maken met het Caribische carnaval, de Junkanoo, terwijl we in On Her Majesty’s Secret Service een heuse kerstmarkt voorgeschoteld krijgen.
Het zijn deze unieke sferen die elke Bond-film afzonderlijk een op zichzelf staande film maken. En mijns inziens is er nog genoeg originele of herinterpreteerbare couleur locale beschikbaar die we nooit eerder in een Bond-film hebben gezien. Neem de huidige populariteit van de Formule 1 of de actuele gebeurtenissen rond de commerciële ruimtevaart. Max Verstappen en Elon Musk bieden de producers genoeg aanknopingspunten om hier eens andermaal aandacht aan te besteden. Te denken valt ook aan sporten die nog niet een breed bemeten rol hebben gekregen in een James Bond-film. Hebben we 007 of de schurk weleens zien tennissen? Sowieso is matchfixing een redelijk populair onderwerp dat zo’n sportsetting rechtvaardigt.
Locaties
Ook de Bond-locaties dragen natuurlijk bij aan het inkleuren van een unieke sfeer. Recentelijk is er geroddeld dat de Bond-producers mogelijk wat tickets voor Bond gereserveerd hebben naar het Midden Oosten. Echter, in nog téveel actiefilms zijn landen als Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten eerder saai behang dan landen die ons een mooi inkijkje geven in hun cultuur. En dan zijn er nog de vele landen die James Bond nog niet eens heeft aangedaan tijdens zijn missies. Australië en Nieuw-Zeeland staan bekend om tot de verbeelding sprekende natuur. Colombia en Ecuador spelen, helaas om minder florissante handelsconnecties met Nederland, een belangrijke rol in de geopolitiek. Los daarvan worden ze ook bevolkt door inheemse stammen die een geheel eigen cultuur hebben. We kunnen er dus iets van opsteken. Ook zijn er vast wel toepasselijke verhaallijnen te bedenken waarin Canada, Indonesië, Singapore, Brunei, Zuid-Afrika, Curaçao, Barbados, de Seychellen of Suriname een rol spelen.
Daarmee zijn de Bond-locaties dus meteen het startpunt voor een allesbepalende sfeer. Niet voor niets worden er al vroeg locatiescouts ingeschakeld voorafgaande aan principal photography. Maar steeds vaker spelen promotiegeld en toerismesponsoring een belangrijke rol in de keuze voor een Bond-locatie. Het zou andersom moeten zijn: producenten wíllen een locatie aandoen omwille van originele verhaaltechnische factoren en vernieuwende culturele aspecten. En niet omdat zo’n locatie nou zo praktisch is. James Bond mag best wat meer zeuren bij M om interessantere zakenreisjes.
Hoe actie onderdeel van Bond werd
Maar locaties en sfeer alleen maken de film nog geen Bond-film. Ook al schreef Ian Fleming altijd in geuren en kleuren over de landen die James Bond aan deed, Floortje Dessing doet dat ook. Nee, er is meer nodig om tot een Bond-film te komen. Als er inventieve, vernieuwende actie plaatsvindt te midden van al die cultuursnuiverij, dan gaat de gemiddelde filmliefhebber al wat meer rechtop zitten. Niet voor niets besloot regisseur Terence Young dat From Russia with Love (1963) nog een explosieve finale nodig had, iets dat niet terug te vinden was in de roman. Dat Bond door Joegoslavische en Italiaanse wateren vaart en onderwijl Triëst en Venetië aan doet, mag nog een wonder heten. De explosieve vuurzee die SPECTRE. onbedoeld zelf aanstak, had ook het leven kunnen kosten van James en Tatiana. Maar juist dat explosieve einde, doet ons nog eens extra opveren.
Golden stunt oldies
En zo werd actie een fundamenteel onderdeel van de Bond-films. Actie was lang ook trendsettend. We zagen Bond voor het eerst gevaarlijke toeren uithalen die daarvoor in andere films nog ondenkbaar waren. Denk aan 007 als diepzeeduiker tijdens een onderwater-oorlog is in Thunderball, of als astronaut tijdens een robbertje lasergamen in de ruimte in Moonraker (1979), of Bonds extreme ski-kunsten in On Her Majesty’s Secret Service. Ook heeft James z’n sporen verdiend als parachutist in The Spy Who Loved Me (1977) en Moonraker. Wist hij nog eerder dan in de film Cliffhanger (1993) hoe levensbepalend bergbeklimmen kon zijn (For Your Eyes Only, 1981) en kon hij andermaal van zijn auto een balletdanser maken.
Van het op twee wielen door een smal steegje rijden (Diamonds Are Forever, 1971) tot de befaamde cork screw met de AMC Hornet (The Man With The Golden Gun, 1974), en van een doormidden gehakte Renault 11 (A View To A Kill, 1985) tot het ‘juiste spoor’ vinden met een Mercedes (Octopussy): James Bond weet werkelijk alles rijdend te houden. En, Bond is natuurlijk ook een uitstekende rijder die totale beheersing heeft over z’n koppeling en versnellingspook, of hij nou een femme fatale najaagt in GoldenEye (1995) of in een Eend achterna wordt gezeten. Wegrennen tijdens de Junkanoo kan ie ook goed (Thunderball), of hij rent zélf iemand achterna (freerunning, Casino Royale).
Voorbeelden te over dus. Maar hoe kunnen we op het vlak van actie trendsettend blijven? Volgende week deel 2 van dit betoog.
Reageren