James Bond staat bekend om zijn verre reizen, snelle auto’s en geavanceerde gadgets, maar minder vaak om zijn liefde voor boeken. Toch blijkt uit verschillende films dat 007 een fervent lezer is. In Live and Let Die heeft hij een goed gevulde boekenkast naast de haard, terwijl in Spectre en No Time to Die de boeken zelfs door zijn hele huis verspreid liggen. Maar welke titels leest Bond precies? In het tweede artikel van dit tweeluik vertelt Gosse je over de boeken die Bond in de films leest en waar ze over gaan.
Het huis van Bond is in vier verschillende films te zien, Dr. No (1962), Live and Let Die (1973), Spectre (2015) en No Time to Die (2021). Hoewel er weinig boeken te ontcijferen zijn in de eerste twee genoemde films, is Bonds collectie in de latere twee films veel beter af te lezen. In verschillende shots en achter-de-schermen-foto’s wordt duidelijker wat de smaak is van Craigs Bond. Daarin komen we stiekem best wat meer te weten over de Bond die in zijn films al dieper in gaat op zijn gevoel.

Bonds bibliotheek in de films
Die Another Day
Voordat ik inzoom op de Craig-films, leg ik je een boek met een bijzondere connectie tot de 007-franchise voor. Het gaat om Birds of the West Indies van ornitholoog James Bond. Dit vogelboek, dat voor het eerst werd gepubliceerd in 1936, speelde een cruciale rol in de totstandkoming van 007. Ian Fleming, zelf een fervent vogelaar, zocht naar een naam voor zijn spion en vond inspiratie in de auteur van deze ornithologische klassieker. Hij wilde een eenvoudige, onopvallende naam voor zijn hoofdpersoon en de naam James Bond leek hem perfect: kort, direct en zonder opsmuk.
Deze knipoog naar Flemings inspiratiebron wordt expliciet gemaakt in Die Another Day (2002), waarin Bond, gespeeld door Pierce Brosnan, zich op Cuba voordoet als een vogelspotter. In een scène waarin hij Jinx observeert vanaf een terras, houdt hij een exemplaar van Birds of the West Indies vast. De naam van de auteur is echter slecht te lezen, want deze is bewust doorgekrast door het productieteam.

Spectre
Tijdens de opnames van Spectre vraagt de Britse krant The Sunday Times zich af welke boeken James Bond het liefst zou lezen. Voor het antwoord op die vraag spreekt de krant met antiquair en tweedehandsboekhandelaar Stephen Foster, die de taak krijgt om de boekenkasten in Bonds appartement te vullen.
Foster, de eigenaar van een kleine tweedehandsboekwinkel met een donkergroen exterieur, komt uit Chiswick, een buitenwijk van West-Londen. Het is niet de eerste keer dat hij boeken selecteert voor de 007-franchise. Zo is hij verantwoordelijk voor de boeken in M’s appartement in Skyfall (2012).
Volgens Foster vraagt de artdirector van Spectre hem om werken van Patrick Leigh Fermor op te nemen. Leigh Fermor schrijft over de West-Indische eilanden, een locatie die Ian Fleming na aan het hart ligt. In Live and Let Die (1954) noemt Fleming bovendien The Traveller’s Tree van Leigh Fermor als een van de boeken die Bond leest om zich voor zijn vertrek naar New York in te lezen over Haïtiaanse voodoo. Net als Bond heeft Leigh Fermor een militaire achtergrond: hij dient in de Special Operations Executive tijdens de Tweede Wereldoorlog.


Een andere gekozen auteur is John Arlott, wiens oom een schoolgenoot is van Fleming. Arlott schrijft voornamelijk over cricket, maar Foster geeft geen specifieke titel van deze auteur op. Ook een boek over detective Philip Marlowe staat op Bonds plank, een verwijzing naar Goldfinger (1959), waarin Bond “de nieuwste Raymond Chandler” aanschaft.
Naast deze titels zijn er in Spectre ook romans van Eric Ambler te vinden. Ambler wordt beschouwd als een van de grondleggers van de moderne spionageroman en was een bekende van Fleming. In From Russia, with Love (1957) neemt Bond The Mask of Dimitrios (1939) van Ambler mee op zijn vlucht naar Istanboel. Ook liggen er boeken over luxe horloges in Bonds appartement, zoals The Wristwatch Handbook en The Watch Book, en over Aston Martin-auto’s, waaronder Aston Martin: Model by Model – een duidelijke knipoog naar Bonds verfijnde smaak.

Hoewel nauwelijks zichtbaar in de uiteindelijke film, ligt er ook een exemplaar van The Journal of a Tour to the Hebrides van James Boswell, naast enkele historische werken over Schotse regimenten in Bond zijn appartement. “Ik moet goed nadenken over wie deze man is en welke boeken hij zou hebben,” vertelt Foster aan The Sunday Times. Ook Uniforms and History of Scottish Regiments ligt in Bonds huis.
Een ander opvallend boek is wederom Birds of the West Indies. Tijdens de opnames van Spectre verschijnt een foto op sociale media naast een klapperbord. Tijdens de opnames van de 24e Bond-film wordt echter wel een andere druk gebruikt.


No Time to Die
In No Time to Die zien we voor de vierde keer het huis van James Bond. Dit keer is het geen appartement in Londen, maar een gelijkvloerse woning in Jamaica. Het huis is duidelijk geïnspireerd op Goldeneye, het winterverblijf van Ian Fleming, waar hij al zijn Bond-romans schreef. Niet alleen het exterieur weerspiegelt Flemings toevluchtsoord, ook het interieur kent treffende overeenkomsten. Bonds bureau is bijvoorbeeld een exacte replica van het bureau waarop Flemings gouden typemachine ooit stond.
Net als in Spectre zijn er zorgvuldig gekozen boeken aanwezig die iets onthullen over het karakter en de interesses van zowel 007 als Ian Fleming. In Bonds huis in No Time to Die vinden we een diverse collectie, variërend van filosofische werken tot boeken over zee- en ruimtevaart. Veel van deze boeken zijn te zien in twee specifieke momenten uit de film, waarvan de omslagen zijn eerder al ontrafeld door Roland Hulme en The James Bond Dossier.
Op Bonds bureau liggen ook een aantal boeken waar nog minder informatie over bekend is. Van de rij die tegen de muur staat, zijn enkele titels goed te lezen. De meest linkse daarvan is Ocean Yachtmaster: Celestial Navigation, an Instructional Handbook with Exercises van Pat Langley-Price en Philip Ouvry. Het is me nog niet gelukt te achterhalen welke druk te zien is in de film. Het is in ieder geval niet de gereviseerde hardcover uit 2002. Dit handboek behandelt zowel de theoretische als de praktische aspecten van hemelnavigatie en is bedoeld voor zeilers die zich voorbereiden op het RYA Yachtmaster Ocean Certificate.

Naast dit boek is een exemplaar te vinden met Oceanography op de rug, al blijft de volledige titel onduidelijk. Rechts daarvan staat echter de eerste editie van The Corvette Navy: True Stories from Canada’s Atlantic War van James B. Lamb (1977). Dit boek vertelt het meeslepende en vaak vergeten verhaal van Canada’s rol in de Noord-Atlantische Oorlog tegen de Duitse U-boten. Terwijl Groot-Brittannië afhankelijk is van konvooien die vitale voorraden over de oceaan brengen, beschermen kleine, onderbemande en slecht uitgeruste korvetten hen tegen de beruchte U-boot-wolvenroedels van Hitler. Deze schepen worden bemand door onervaren, maar vastberaden jonge Canadezen – boeren, taxichauffeurs en bouwvakkers, vaak nog tieners, onder leiding van officieren die amper midden twintig zijn. Ondanks hun gebrek aan training nemen ze het op tegen de professionele Duitse onderzeebootbemanningen en behalen ze een cruciale overwinning.
Enkele boeken verderop staat Fées, Sorcières et Loups-garous au Moyen Âge (1992) van de Franse Claude Lecouteux. Feeën, heksen en weerwolven blijven ons al eeuwenlang fascineren. Lecouteux onderzoekt in Duits-Scandinavische legenden en Europese tradities een vergeten religieus concept: de Dubbelganger. Een ziel die in menselijke of dierlijke vorm het lichaam kan verlaten tijdens slaap, trance of coma. Sommigen maken deze reis onbewust, terwijl anderen, soms beschuldigd van hekserij, deze bewust kunnen oproepen. Lecouteux laat zien dat feeën, heksen en weerwolven geen loutere fantasieën zijn, maar restanten van een oeroude, samenhangende visie op ziel en hiernamaals.

Naast dit boek staat Le père et son enfant (1972) van Fitzhugh Dodson. Dit werk, geschreven door een expert op het gebied van opvoeding, biedt concrete adviezen voor vaders, ongeacht de leeftijd van hun kinderen. Hij benadrukt dat de rol van de vader in de opvoeding minstens zo belangrijk is als die van de moeder. De aanwezigheid van dit boek in Bonds huis zou een subtiele verwijzing kunnen zijn naar Mathilde, de dochter van James en Madeleine.
Het laatste boek van deze rij is Le Roy François: Chroniques de la cour et de la ville (1987) van Jean-Michel Royer. Dit satirische werk beschrijft het turbulente politieke samenspel tussen François Mitterrand en Jacques Chirac in het eerste jaar van hun gedwongen cohabitatie in de Franse regering. Met een scherpe, humoristische pen werpt Royer een kritische blik op de “komedie van de macht” in de Franse politiek.
In de bovenstaande achter-de-schermenvideo zijn ook twee andere boeken te zien die liggen op een stapel op Bonds bureau en opnieuw betrekking hebben op boten. Dit is Reeds Diesel Engine Troubleshooting Handbook. Dit is een compacte gids voor het vinden van oplossingen voor de meest voorkomende motorproblemen, maar ook voor vele minder gangbare problemen. Het boek daaronder is de zesde editie van Reeds Skippers Handbook, vermoedelijk de Bloomsbury-druk, gezien de tekst op de rug. De uitlijning hiervan verschilt namelijk tussen de verschillende edities.
Op Bonds bijzettafel in de woonkamer ligt onderaan de stapel The Complete Zaha Hadid. Deze verzameling viert het innovatieve en futuristische werk van de iconische architecte. Zaha Hadid is een Britse architecte van Iraakse afkomst en studeerde in 1977 af. Ze werkt vervolgens bij het Office for Metropolitan Architecture van Rem Koolhaas, waar ze onder andere helpt bij de uitbreiding van het Tweede Kamer-gebouw in Den Haag.
Een ander boek wat eerder al is ontcijferd is Sunset Song (1932) van Lewis Grassic Gibbon, dat in Bonds kamer ligt op een bijzettafel. Dit boek, dat in 2005 werd verkozen tot Schotlands favoriete roman, vertelt het verhaal van een jonge vrouw in een veranderend Schotland en wordt beschouwd als een van de belangrijkste Schotse romans van de 20e eeuw. Een ander filosofisch werk in Bonds collectie is Zen and the Art of Motorcycle Maintenance (1974) van Robert M. Pirsig. Dit boek onderzoekt de relatie tussen technologie, filosofie en persoonlijke waarden—een passende keuze voor iemand die zowel mechanische precisie als intellectuele diepgang waardeert.

Bonds liefde voor de zee wordt weerspiegeld in verschillende maritieme boeken, zoals The Complete Book of Sea Fishing van Alan Yates en Ted Entwistle, dat ingaat op de aantrekkingskracht en technieken van zeevissen. Daarnaast bevat zijn collectie A Sailor’s Tales van Bill Robinson, een verzameling verhalen over een leven op zee, geschreven door de voormalige hoofdredacteur van Yachting Magazine. Farming the Edge of the Sea van E.S. Iversen werpt een blik op de biologie en kweek van verschillende zeedieren, een onderwerp dat mogelijk aansluit bij Bonds verleden bij de marine.
Verder bevat de collectie enkele boeken die wijzen op een bredere interesse in reizen en techniek. Welcome Aboard: Traveling on an Ocean Liner van Barbara A. Huff is een kinderboek dat de ervaring van een trans-Atlantische overtocht beschrijft. Your Spaceflight Manual: How You Could Be a Tourist in Space in Twenty Years van David Ashford en Patrick Collins speculeert over ruimtetoerisme en de technologische ontwikkelingen die dit mogelijk maken. Een interessante keuze met Roger Moores Moonraker (1979) in het achterhoofd.

In een andere scène is een kort shot te zien van enkele literaire en historische werken. Time’s Arrow (1991) van Martin Amis, een roman waarin de tijd in omgekeerde volgorde verloopt, duikt op in de achtergrond, evenals A Brilliant Darkness van João Magueijo, dat het mysterieuze leven van de theoretisch natuurkundige Ettore Majorana onderzoekt. Tot slot bevat Bonds (zichtbare) collectie ook Postwar: A History of Europe Since 1945 (2005) van Tony Judt, een diepgaande analyse van de naoorlogse geschiedenis van Europa. Een passend boek voor een spion die het levenslicht zag tijdens de Koude Oorlog.
Bonds bibliotheek in de romans
In Moonraker (1955) beschrijft Fleming Bonds appartement en zijn “book-lined sitting room” tot in detail. Het gaat om een tweekamerwoning op de begane grond van een typisch Engels Regency-huis. Vanuit de erker kijkt Bond uit op een klein plein met een rij bomen. In zijn “zitkamer vol boeken” staat een sierlijk Empire-bureau bij het grote raam met uitzicht op het plein. In de latere romans lezen we meer over de boeken die Bond leest en wat zijn smaak is. Daarover vind je meer in deel 1/2 van dit tweeluik.
Ben erg benieuwd of Amazon ook zoveel authenticiteit legt in het karakter en de interesses van Bond (Fleming). Prachtig dat Foster Books-winkeltje in London. Zou in Nederland al lang gesloopt zijn.
Helemaal mee eens. Lock & Co Hatters in Londen zit ook nog in zo’n oud pandje, vlak om de hoek van Turnbull & Asser en Geo F. Trumper. Dat soort winkeltjes komen we in Nederland helaas niet vaak meer tegen.