Iedereen doet maar of het de meest felbegeerde klus is in filmland, maar in principe is James Bond spelen een hondenbaan. Of je moest in de jaren 70 Roger Moore heten. Verder is het maar bar weinig acteurs gelukt om ervan te genieten. De nieuwe nul-nul-zeven staat een meedogenloos karwei te wachten.
Roem, glorie, klatergoud. Natuurlijk, een nul-nul-zeven doet het niet voor een krat pils. Hij krijgt er goed voor betaald, ook al vindt hij het te weinig. Na de martelgang in tuxedo is je kostje gekocht en valt er financieel niets meer te vrezen. Behalve van de belastingdienst dan. De James Bond-lifestyle kan in hoogst eigen acteurspersoon worden genoten. De drie L’s (landhuizen, Lamborghini’s en lekkere wijven) zullen zich tot het einde der tijden in je schoot werpen. Een ex-Bond kan nooit meer stuk.
De tol die je daarvoor moet betalen is groot. Wie het Bond-contract ondertekent, plaatst zichzelf in een gouden kooi onder een enorm vergrootglas in de spotlights; een acteur niet onbekend, zou je denken. Maar wie deze gouden kooi betreedt, ontvangt een brandmerk. Castingdirectors zien je niet meer staan. Nee, die man is zoveel Bond, dat onderscheid kan ons publiek nooit maken, dat kunnen ze niet aan.
Swiebertje
Bij elke ouderavond van de basisschool, elke ledenvergadering van de visvereniging, elke publiekelijke bijeenkomst: daar komt Swiebertje, rare Swiebertje.
Welke gevestigde acteur is daarin geïnteresseerd? Geeneen! Daarom zijn het de wat minder bekende namen die de rol uiteindelijk aannamen. Het ego wil namelijk ook wat. Altijd maar in de schaduw van die A-acteur. Nu is het jouw beurt om te stralen. En je weet, dit is de rol die de wereld over gaat, met jouw portret voorop. Of je nu reclamemodel bent, tv-acteur of al jaren bus in bus uit de pannen van het theaterdak speelt. Je naam is in één klap gevestigd. Dat is toch waar je van droomde?
Geen gebedel meer, geen uitkering na afloop van een tournee, geen tijdelijke wurgcontracten. Wie het publiek als nieuwe nul-nul-zeven een beetje weet te behagen, zit voor minimaal drie films gebakken, ofwel tien jaar onder de luxe pannen. Niet die van jezelf, want je bent nooit meer thuis.
Hoe blijft het leuk?
Die producenten zijn trouwens makkelijk te paaien, want een nieuwe succesvolle James Bond ligt al zestig jaar niet voor het oprapen. Weet je een beetje lekker te cashen met je films, dan blijven ze bij je slijmen tot je een ouwe kop hebt. En vergeet niet dat je volgens hen altijd ‘de beste’ bent. Voor dat moment althans. Want waait de wind plots vanuit een hardere hoek, dan laten ze je net zo makkelijk vallen. Wat zeur je nou, je hebt je poen toch gekregen?
Hoe blijft het voor de nieuwe Bond een beetje leuk? Dat hij zin heeft om films te maken. Dat hij wordt gevierd, maar niet aanbeden. Dat hij goed in zijn vel zit, maar daarvoor niet een halfjaar aan apparaten hoeft te sjorren. Dat hij hongerig blijft, de werksfeer plezierig, de druk niet te hoog. Dat hij zich niet teveel hoeft te bemoeien met het productieproces. Dat hij zijn eigen stunts overlaat aan professionals. Dat hij niet om de haverklap voor een boulevardshowtje zijn obligate antwoorden hoeft op te lepelen. Dat hij zich acteur mag voelen en geen super geheim agent hoeft te zijn.
Zou het geen ongelooflijke stunt zijn om Pierce Brosnan terug te vragen? Hij kent het klappen van de zweep, oogt bescheiden als het om Bond gaat en weet net dat lichtvoetige te raken wat het filmpersonage node heeft gemist. Uiteraard wordt het hele Bond-universum hiermee compleet overhoopgegooid, maar heeft het EON-productiehuis hier niet zelf om gevraagd? Immers: desperate times call for desperate measures.
Een oude Bond
Brosnan kan de draad weer oppakken waar hij twintig jaar geleden was gebleven. Zijn nummer kan desnoods worden aangepast naar nul-nul-zeventig. Laat hem dan alsjeblieft met een GoldenEye-achtige film terugkeren. Dat is toch het beste wat hij op Bond-gebied te bieden had. Als leeftijdsgenoot en fellow-Ier Liam Neeson nog mag knokken op het witte doek, mag Brosnan dat zeker. Hij zal zich een stuk relaxter voelen dan tijdens zijn debuut in 1995. Als hij het circus lekker over zich heen laat komen en besluit om vooral plezier te maken, dan valt er voor ons ook genoeg te genieten. De voormalig oud-Bond heeft meermaals aangegeven dat hij de rol nooit lekker te pakken had. Kan hij alsnog revanche nemen.
Timothy Dalton had ik zeker een derde Bond-film gegund, en ons ook, maar na het tijdperk-Craig zijn we toch toe aan iets luchtigers met stijl. Aan zijn 77 lentes ligt het niet, de tachtigjarige Harrison Ford is over een paar maanden ook weer te zien met een zweep. Dalton mag alsnog meedoen hoor. Graag zelfs! In een soort Expandable-Bond-productie. Kan George Lazenby niet achterblijven en krijgt zelfs Craig een cameo. Al is het maar om Barbara Broccoli te plezieren.
De producenten zijn te star
En anders laten we ze toch nog allemaal gewoon een Bond-film maken. Om het af te leren. Ben Affleck, Robert Pattinson en Michael Keaton zijn immers ook tegelijkertijd Batman, om van die drie Spidermannen in één film maar te zwijgen. Hollywood lijdt immers aan ideeënarmoede, van een Bond-mix-up ligt niemand wakker. Lekker veel James Bond, we hebben het ook gewoon verdiend.
Zo zal het allemaal niet gaan. Wat dat betreft zijn de Bond-bazen veel te star. Ze zijn niet zo van veranderingen. Het roer drastisch omgooien zit gewoonweg niet in hun aard. Met Casino Royale (2006) leek het er even op, maar na Daniel Craigs introductie gingen ze gewoon op de oude voet verder. Voor de stabiliteit van onze geliefde geheim agent misschien maar goed ook.
De nieuwe James Bond, Bond nummer zeven, die er op enig moment gaat komen, mag zich in zijn eerste film weer even heerlijk onwennig voelen. In retrospect zal hij toegeven dat het allemaal niet al te best was wat hij daar deed. Maar wat een achtbaan is het geweest! Hij voelt zich vereerd deze rol te hebben mogen vertolken. En ja, Sean Connery blijft toch de beste.
Tegen de tijd dat Bond nummer acht zich mag gaan presenteren, passeren bovenstaande ideeën opnieuw de revue. Om vervolgens te verzanden in het bekende liedje, omdat dat nu eenmaal het zuiverst klinkt.
Op 13 april is het zeventig jaar geleden dat Ian Flemings eersteling Casino Royale verscheen. James Bond bestaat inmiddels al een stuk langer dan zijn geestelijk vader op deze kloot heeft geglobetrot.
Eén ding is zeker, James Bond overleeft ons allemaal. Daar heeft de nieuwe nul-nul-zeven maar mee te dealen.
Nog even dit…
Alles wat James Bond Nederland publiceert, gebeurt volledig op vrijwillige basis en non-profit. Wil je JBN steunen middels een donatie, dan komt dit volledig ten goede aan betere artikelen. Elke cent wordt direct geïnvesteerd in onze website. Doneren kan via het onderstaande bankrekeningnummer. We danken je hartelijk voor je gift.
NL55 RABO 0338 6331 46 ten name van Stichting James Bond Nederland
Reageren