Met mijn jongste dochter heb ik onlangs mijn favoriete Robin Hood-film gekeken: Prince of Thieves. Kort daarop vroeg zij of we nog zo’n soort film hadden. Niet alleen omdat ze Robin Hood nou zo goed vond, meer om er samen gezellig naar te kijken.
Ondertussen zetten we in de meivakantie iedere avond een film op. Ze is alleen nog niet op het idee gekomen een James Bond-film te noemen. Ik zal mijn hints opzichtiger moeten maken.
Toen ik zelf in mijn tienertijd zat, was het filmaanbod op het thuisscherm een stuk kariger. We hadden op een goed moment weliswaar een videorecorder, maar films huren deden we zelden. We namen van alles op van tv, met name als we niet thuis waren. Of er moest een keer een film komen die we meenden vaker te willen zien.
Zoals Flodder bijvoorbeeld. Op een goed moment uitgezonden door de Avro, aangekondigd door Hans van der Togt. Ik had Flodder ‘per ongeluk’ al eens op een kinderpartijtje gezien. Woest waren mijn ouders; ik had het prachtig gevonden. Toen de film op tv verscheen en daarmee op onze VHS-band, had mijn vader de avond daarna bij álle blootstukjes de speler weer even op record gezet, zodat de film om de haverklap werd onderbroken door Never Gonna Give You Up van Rick Astley. Ik vraag mij af wat erger is…
Ondertussen is mijn persoonlijke cinematheek van dvd en blu-ray zodanig uitgegroeid dat we iedere avond met gemak een titel kunnen bekijken zonder ook maar één dag in herhaling te vallen. Zit er een film bij die ik niet op een fysieke schijf heb, dan bieden Netflix en Prime dikwijls soelaas. De realiteit is weerbarstiger; ze kijken liever naar YouTube of klikken aan de lopende band hartjes op TikTok.
Een zekere dwang is daarom pedagogisch verantwoord. Of zelfs noodzakelijk. Niet dat mijn filmsmaak nu zo uitermate verfijnd is, maar een bepaalde basiskennis van de klassiekers mag onderhand wel worden aangeboord. Ik werd in mijn vroege tienerjaren immers ook gegrepen door een filmpersonage waar ik tot de dag van vandaag niet over uitgepraat raak.
Mijn oudste heeft dat met Harry Potter. Die films heeft ze inmiddels van voor naar achter versneld en in slow motion gezien. Spider-Man zag ze in de bioscoop en thuis is het vooral Stranger Things, Heartstopper (want daar komen tenminste geen blote vrouwen in voor) en op dit moment de zoveelste keer Shameless. Als ik een opmerking probeer te maken dat er meer te zien is op deze wereld, hoeft zij met gefronste wenkbrauwen enkel drie keer op haar voorhoofd te tikken: nul-nul-zeven. Ze heeft nog gelijk ook.
Hoe anders was dat vroeger als ik met mijn vader meekeek: Papillon, The Towering Inferno, Tom Horn. Of Sergio Leones Dollarstrilogie. Films die ik nog steeds met plezier terug kan zien. Hij had het ook altijd over De kanonnen van Navaronne en Het gebeurde in het Westen, films die hij weer met zíjn vader had gezien. En zo is het toch je plicht als ouder om je nakomelingen ook op dit vlak op te voeden.
Dat doe ik dan vaak achteloos. Als zij op hun telefoontjes zitten, schuif ik er regelmatig een schijfje in. Laatst probeerde ik dat met The Fugitive, een film die ik kan blijven kijken. Dan roep ik bij de scène op de dam: „Let op!” Ik roep dat altijd iets te vroeg, waardoor ze op het moment suprême alweer wegkijken en de sprong dus nooit hebben gezien. Als in de begintitels van de film de naam van Jeroen Krabbé verschijnt, wil ik dat ze dit zelf opvalt: „Kijk kijk!” Tot nog toe heb ik hier geen enkele reactie op gekregen.
Bij het samen kijken naar Robin Hood (Prince of Tyfus, zoals zij zegt) ervoer ik diverse geluksmomentjes. Je ziet zo’n film dan toch weer door andere ogen. Naast al het spektakel dat voor een eerste keer een enorme beleving is, ook bij een film van meer dan dertig jaar oud, is daar vooral de laatste scène. „Nu komt het!” Een moment van stilte. En dan de herkenning: „Hé, is dat James Bond?” Kippenvel. Trots als een pauw op mijn dochter én op Sir Sean die daar niet veel meer hoeft te doen dan twee tellen aanwezig te zijn om de hele film op te eisen. Dan de eindtune van Bryan Adams waar zelfs de oudste van opveert. Verwondering: „Is dat uit deze film?”
Indiana Jones? Ik hou niet van indianen. Jurassic Park? Bah, dino’s. Jaws? Eng! Ik kan niet wachten om dat allemaal met ze te gaan zien. Zo ook The Silence of the Lambs. Daar wacht ik nog een paar jaartjes mee. Bumperkleef vonden ze ook te eng. Die wil de jongste alleen met een schuin oog afkijken, want ze is wel benieuwd wáárom die enge meneer dat gif spuit.
Het alternatief werd Mrs. Doubtfire. „Serieus?” „Het gaat over een gescheiden vader die zijn kinderen wil zien en zich daarom verkleedt als nanny.” „Dat klinkt wel leuk.” „En natuurlijk gaat alles mis.” De oudste in alle staten, want als zij ergens jeuk van krijgt is dat het. Man vs. Bee ging er bij haar daardoor ook niet in, terwijl de jongste en ik ons hebben bescheurd.
Wij dus met z’n tweetjes naar Robin Williams kijken, die zij weer herkent als Peter Pan uit Hook. Dan opeens: „Hé, is dat James Bond?” Want ook hier weer een James Bond. Puur toeval, ik zweer het, maar wat fijn dat je het ziet. Toen ik Mrs. Doubtfire destijds in de bioscoop zag, was mij Pierce Brosnan totaal niet opgevallen. Pas toen ik de film jaren later terugzag, viel het kwartje dat ik James Bond vóór GoldenEye al eens op het witte doek had gezien. „Hoeveel keer is hij James Bond geweest?”, is de vervolgvraag. Goh wat leuk die interesse. Zal het dan toch?
Toen ik net vader was, heb ik mijn oudste babydochter al eens Dr. No (1962) voorgeschoteld. Ze kon amper scherp zien, het was meer het idee dat de eerste film die zij ‘zag’ de eerste Bond-film was. Ik verkeerde ook in de illusie dat mijn James Bond-koffertje uit 2006 een bijzonder koffertje was, waarvan mijn kinderen vanaf jonge leeftijd wisten: als we later groot zijn, mogen we er eindelijk naar kijken. Het koffertje bleek enkel een tussenoplossing te zijn voor de Special Editions en de blu-raybox. Ik heb hem vooral vaak uitgeleend aan vrienden en familie die graag de Bond-reeks wilden bingen. Mijn dochters vinden het vooral een bijzonder vervelend koffertje dat in de weg staat.
Voordat ik deze column instuurde, heb ik ze deze tekst laten lezen. En ja hoor, vanavond staat de eerste James Bond-film op het programma! Hun reactie: „Dat hebben we helemaal niet gezegd!”
Never Gonna Give Up…
Nog even dit…
Alles wat James Bond Nederland publiceert, gebeurt volledig op vrijwillige basis en non-profit. Wil je JBN steunen middels een donatie, dan komt dit volledig ten goede aan betere artikelen. Elke cent wordt direct geïnvesteerd in onze website. Doneren kan via het onderstaande bankrekeningnummer. We danken je hartelijk voor je gift.
NL55 RABO 0338 6331 46 ten name van Stichting James Bond Nederland
Reageren