Aston Martin, Chopard, CMA-CGM, Heineken, Land Rover, Omega Watches en Triumph. Ze hebben iets gemeen met elkaar. Namelijk dat dat ze officieel partner zijn van de nieuwe James Bond-film. Daar is vorige week nog een bedrijf aan toegevoegd: DHL.
Met de titel Licence To Deliver: DHL On Duty For The 25th James Bond Film No Time To Die maakte het van oorsprong Duitse bedrijf bekend officieel partner te zijn. Men is al sinds de eerste film van Daniel Craig, Casino Royale (2006), betrokken bij het transport en logistieke gedeelte van de filmproductie. Maar ook het vervoer van de Bond In Motion voertuigen voor de Formule 1 werd door het bedrijf verzorgd.
No Time To Die
Voor de nieuw film was het bedrijf voor de vijfde keer verantwoordelijk voor het vervoer van diverse props, kleding, uitrustingen van de filmcrew. Het misschien wel het belangrijkste onderdeel is de beroemde Aston Martin DB5. Er werd door logistiek specialisten hard gewerkt om alles in goede banen te leiden en op tijd op de juiste bestemming te krijgen. Tenslotte moesten de juiste spullen overgebracht worden naar Noorwegen, Jamaica, Italië en binnen het Verenigd Koninkrijk. Naast het geplande vervoer werd er ook last-minute vervoer geregeld.
Planning en precisie zijn cruciaal voor kaskrakerproducties van deze omvang. Dankzij ons internationale netwerk en de goed georganiseerde processen die worden uitgevoerd door onze lucht-, oceaan- en wegtransportteams, is DHL in staat om aan deze vereisten te voldoen. We zijn er trots op de beroemde Secret Service-agent te hebben ondersteund bij zijn missie om de wereld voor de vijfde keer te redden.
Frank Appel, CEO Deutsche Post DHL Group:
Vervoer ging op allerlei manier en een aantal prominente DHL voertuigen werden voorzien van het beroemde 007-logo met de tekst “Delivered. Simply Delivered.” Er werd gebruik gemaakt van vrachtauto’s, kleine bestelauto’s en voor de hele lange afstanden een Airbus A300, allen voorzien van het 007-logo. Het vliegtuig heeft ook Amsterdam Airport Schiphol aangedaan. De video boven dit artikel is van Jorg de Bruijn.
Reageren