Op 7 juli 1977 ging The Spy Who Loved Me in première. Dat is dus deze week precies 45 jaar geleden. De film betekende de doorstart van EON Productions, zorgde ervoor dat Roger Moore definitief zijn plaats vond als Bond-acteur, maar ontketende vooral de start van James Bond als Brits icoon. Grote verantwoordelijke: de openingsscène.
James Bond staat als Brits geheim agent symbool voor de standvastigheid van het Verenigd Koninkrijk. Dat was al zo in de boeken van Ian Fleming, waar Bond meermaals heimwee heeft naar de tijd dat de Britten nog de halve wereld bezaten. In de Bond-films wordt dat patriottisme ook in beeld gebracht, bijvoorbeeld in On Her Majesty’s Secret Service (1969), waar Bond zich schuldig voelt tegenover de Queen en het vaderland. Toch duurt het tot 1977 dat Bond een echt Brits icoon wordt. In de openingsscène van The Spy Who Loved Me skiet Bond van een rots af. We houden onze adem in, en dan… klapt de parachute open, in de kleuren van de Britse vlag. Een icoon is geboren.
Een aartsmoeilijke stunt
Het was Michael G. Wilson die op het idee kwam voor de stunt. Bladerend door een Playboy merkte hij een advertentie op voor Canadian Club Whiskey. Die bestond uit een foto van een skiër die van de Canadese Mount Asgard afsprong. Wilson nam contact op met de stuntman op de foto, Rick Sylvester. Het bleek dat de foto getrukeerd was, maar Sylvester was ervan overtuigd dat hij de stunt zonder problemen in het echt zou kunnen uitvoeren. Hij had het namelijk al eens gedaan, vanop de Amerikaanse berg El Capitan in 1972. Regisseur John Glen stelde voor om de stunt uit te voeren in de Lauterbrunnenvallei, een locatie die eerder gebruikt was voor On Her Majesty’s Secret Service. Die bergwand was echter niet hoog genoeg voor Sylvester, en de crew ging uiteindelijk toch naar Canada en Mount Asgard om daar de stunt uit te voeren.
Een sterke wind hield hen nog even op de berg, en Broccoli was bang dat Rick Sylvester zou terugkrabbelen. Maar Sylvester hield voet bij stuk, en sprong. Hij werd daarbij voor een laatste keer aangemoedigd door John Glen, die hem zei: “Denk eraan, je bent James Bond.” Slechts één take was mogelijk voor de cameraploeg. Het shot van de hoofdcamera was verprutst, want de helikopter was te ver doorgevlogen. Gelukkig was er nog een ander shot, en met wat inzoomen was het bruikbaar. Doordat de stunt in één take werd opgenomen, is goed te zien dat het bijna misging. Een losgekomen ski vliegt rakelings langs de geopende parachute. Het had niet veel gescheeld, of het doek was gescheurd. Dit toont aan dat ondanks oefening en de juiste weersomstandigheden, deze stunt onvoorspelbaar bleef. Daarom is het misschien wel de beste Bond-stunt ooit.
Bond als Brits icoon
Hoewel het dus een hele klus was om de stunt voor te bereiden en op te nemen, bleef in 1977 toch vooral het beeld van de Union Jack als parachute hangen. Dat was een idee van scenarist Christopher Wood. Prins Charles woonde de première bij, en zelfs hij stond op en begon te klappen. James Bond was in één klap een Brits icoon geworden. De iconografie van de Britse vlag was zó groot dat de Britten hun geheim agent definitief in de armen sloten. Explicieter dan de Union Jack-parachute werden de eerbetuigingen aan het vaderland niet meer, maar Bond bleef ontegensprekelijk Brits. In Octopussy (1983) bijvoorbeeld zien we de Britse kleuren verschijnen op het Acrojet-vliegtuigje in het begin van de film.
In 2012 volgt een korte heropleving van Bond-manie en Bond als expliciet Brits icoon. Daniel Craigs Bond mag op bezoek bij de Queen voor de Olympische Spelen, en tijdens de openingsceremonie springen Bond en de Queen opnieuw met Union Jack-parachutes uit het vliegtuig. Skyfall verschijnt later dat jaar en viert dus ook dit jaar z’n tienjarig jubileum. Bond was nog nooit zo Brits: de halve film speelt zich in Engeland en Schotland af, Bond noemt als land ‘Engeland’ bij de woordassociatietest, en de Union Jack komt meerdere malen terug. Gedrapeerd over doodskisten, op M’s Jack the Bulldog-ornament en fier zwaaiend op de daken aan het einde van de film.
Bond laat zijn Britsheid niet los, en ook recentelijk merken we dat. Bij de première van No Time To Die (2021) stond er een gigantisch 007-logo gehuld in de Britse kleuren voor de Royal Albert Hall. James Bond als merk gaat samenwerkingsverbanden aan met Britse bedrijven. En het Verenigd Koninkrijk kan dit jaar genieten van alle Bond-films in de bioscoop ter gelegenheid van de zestigjarige verjaardag van de reeks. Momenteel is het Verenigd Koninkrijk een land in crisis, met een stuurloze eerste minister. Maar als James Bond en de parachute uit The Spy Who Loved Me ons één ding leren, dan is het wel dat Engeland altijd overleeft. Adem inhouden, de sprong wagen en gaan.
Reageren