James Bond Nederland
Home » Nieuws » Waarom Bond onlosmakelijk verbonden is met skiën

Waarom Bond onlosmakelijk verbonden is met skiën

Behalve Sean Connery heeft elke Bond-acteur wel een uitstapje gemaakt naar een winters oord. Vrijwel altijd om te skiën, al is onze geheim agent ook niet vies van een snowboard en een cello. Skiën, net als golf of gokken, past perfect in het rijtje van typische Bond-activiteiten. Maar wat maakt juist skiën volgens mij zo onmiskenbaar ‘Bondian’?

Met de grijze lucht die de laatste weken over Nederland hangt, dwaal ik in gedachten vaak af naar een weekendje Jamaica of de Bahama’s. Witte stranden, een azuurblauwe zee, prachtige vrouwen in bikini’s die schijnbaar moeiteloos uit de golven opduiken en geheim agenten die met gemak de meest gevaarlijke schurken verslaan. Klinkt helemaal niet slecht. Net als wat extra vitamine D trouwens. Daar valt ook weinig op tegen te brengen. Bond heeft het beter voor elkaar dan wij. Hij reist, net als zijn geestelijk vader Ian Fleming, met gemak naar de meest tropische bestemmingen om te genieten van alle plaatselijke schatten. Voor mij ligt dat helaas iets anders. Er is geen AIVD-budget om mijn dagdromen werkelijkheid te maken en, laten we eerlijk zijn, ook geen fortuin op de bank voor een verre reis. Dus moet ik mijn plezier wat dichter bij huis zoeken.

Stephan Zürcher als stuntdubbel in The Spy Who Loved Me

Flemings historie met skiën

Als een tropisch paradijs geen optie is, biedt een sneeuwlandschap met twee latten onder je voeten een prima alternatief. En hoewel Bond vaker te vinden is rond de evenaar dan in de Alpen, is skiën voor hem allesbehalve een zeldzaamheid. Verre van zelfs. In Ian Flemings korte verhaal Octopussy (1966) lezen we dat de jonge James de kunst van het skiën onder de knie kreeg dankzij Hannes Oberhauser, een vaderfiguur voor hem. Fleming stuurt zijn literaire held later opnieuw de bergen in, in On Her Majesty’s Secret Service (1963). Daar bezoekt hij Blofeld op de ultieme winterlocatie van de 007-franchise: Piz Gloria.

Zoals wel vaker verwerkt Ian Fleming details uit zijn eigen leven in de romans. Zo leren Bond en hij skiën in hetzelfde Oostenrijkse dorp. De schrijver haakt nog binnen een jaar af van de Royal Military Academy Sandhurst en brengt vervolgens een periode door op een kostschool in Kitzbühel, waar hij de Tiroolse pistes leert kennen. De privéschool wordt geleid door de Adleriaanse volgeling en voormalig Britse spion Ernan Forbes Dennis en zijn schrijvende vrouw, Phyllis Bottome. Het gebouw waarin hij woont is tegenwoordig Hotel Tennerhof. Volgens Fleming zelf zijn dit zijn “gouden jaren”, zo schrijft Nicholas Shakespeare in The Complete Man. Geen wonder dus dat zijn literaire evenknie later zelf op ski’s de strijd aangaat – een traditie die later met verve werd voortgezet in de filmadaptaties.

Ursula Andress en Ian Fleming tijdens de opnames van Dr. No op Jamaica

“Zeg nooit ‘nee’ tegen avontuur”

James Bond staat voor mij gelijk aan adrenaline, spanning en vooral avontuur. “Zeg nooit ‘nee’ tegen avontuur, altijd ‘ja’. Anders leef je maar een saai leven,” is een van mijn favoriete quotes van Ian Fleming. Het past perfect bij het beeld dat ik heb van zowel Fleming als 007. En precies dat gevoel – de drang naar avontuur – is wat elke skivakantie voor mij met zich meebrengt. Je bent voortdurend in beweging, beleeft je eigen avontuur terwijl je van die berg af sjeest. Alles om je heen vervaagt; het gaat alleen nog om jou en de piste.

Joe Darlington van Being James Bond wees in 2010 op een anonieme internetter die dit gevoel perfect verwoordt:

“De pure opwinding van hete ski’s op brandende sneeuw is onvergetelijk. Je denkt niet eens na over hoe je onderaan gaat stoppen. Misschien maak je een paar bochten terwijl je door de curves van de gigantische berghelling slingert. Of misschien trek je jezelf in een aerodynamische houding, met je ski’s plat en je vuisten vooruitgestrekt. Je neemt een bocht in de helling en ziet de berg onder je wegvallen. Je versnelt tot een snelheid die net buiten je controle ligt en houd je stevig vast terwijl je over de richels van de lagere helling stuitert. Pas als je de bodem bereikt, besef je hoe hard je lichaam heeft gewerkt. Je spieren branden, je rug doet pijn van de gespannen houding, en je hapt naar adem. Je kijkt terug naar de berg die je zojuist hebt overwonnen.”

De schrijver houdt hier nog geen rekening met de schietende schurken die 007 regelmatig op de hielen zitten. Maar geloof me, zelfs zonder die extra dreiging is skiën voor velen al een uitputtende uitdaging. Zoals deze onbekende schrijver aangeeft, ga je niet alleen voor het skiën zelf. Je gaat voor de adrenalinekick, het adembenemende landschap, de frisse berglucht, en de romantiek die ermee gepaard gaat. Hij vervolgt:

“Stel je voor dat je een van de brede, perfect geprepareerde pistes afglijdt, terwijl je de ijle berglucht inademt, genietend van de warmte van de zon en de koele wind op je gezicht. Je stopt bij een idyllisch bergcafé voor een warme chocolademelk of een glühwein, met die onmiskenbare geur van citroen, kruidnagel en kaneel. Het gevoel van in een ligstoel zitten en een kleurtje krijgen bij minus 4 graden Celsius. Je luistert naar een liveband op een terras van een buitenrestaurant. Om je heen strekt een panorama van met sneeuw bedekte bergtoppen zich uit onder een hemel blauwer dan je ooit hebt gezien. Je kijkt uit over een eindeloze bergketen en ziet de wolken onder je langzaam voorbijdrijven.”

Piz Gloria © Schilthorn

Niet onze gevaren

Om te skiën als Bond hoef je gelukkig niet rond te lopen in een geel bananenpak, zoals Roger Moore doet als 007 in The Spy Who Loved Me (1977). Een ander voordeel is dat ik nog nooit een wildvreemde skiër met een Union Jack een vrije val heb zien maken. Die skydive blijft je dus bespaart. Over het algemeen bepaal je je eigen tempo en snelheid. Dat maakt skiën misschien wel een van de meest toegankelijke hobby’s van Bond. Mits we de lange autorit naar de Alpen even buiten beschouwing laten. Bovendien lijken de andere skiërs die ik tegenkom tot nu toe niet de neiging te hebben om me neer te schieten – in tegenstelling tot de parapanters die Brosnan achtervolgen in The World Is Not Enough (1999).

Het enige grote verschil is dat we Bond vaak buiten de piste zien skiën. En hoewel ik daar zelf een groot liefhebber van ben, verklaren mijn vrienden me regelmatig voor gek. Toch kun je zonder enige schaamte tussen de pistepaaltjes blijven hangen – niemand die je daar vreemd op aankijkt. Sterker nog, Roger Moore kon tot latere leeftijd niet eens skiën. Dus op het niveau van Bond zit je al snel.

De meeste gevaren waar Bond mee te maken krijgt blijven ons gelukkig bespaard, maar toch voel ik me als een beheerste raket wanneer ik van de piste vlieg. Dat gevoel, die spanning die de films zo goed overbrengen – als je dat op de piste ervaart, is er weinig dat daar tegenop kan. Een weekendje Jamaica klinkt leuk, maar de hele dag op een strand hangen voelt toch niet erg Bondian. Voor de adrenaline van Bond moet je in actie komen. En daarvoor kun je het beste je skischoenen aantrekken.

Gaislachkogel, in Spectre de Hoffler Klinik

Gosse Drent

Gosse, door zijn vader vaak een lopende James Bond-encyclopedie genoemd, is al sinds zijn vijfde fan van ’s werelds bekendste geheim agent. Door het videospel Everything or Nothing maakte hij kennis met de wereld van 007 en heeft deze nooit meer kunnen loslaten. Hij schoot voor zijn tiende verjaardag een eigen Bond-film. Tegenwoordig houdt hij zich met van alles bezig rondom de serie, van de kleinste details tot het laatste nieuws.

Reageren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.