Onder detective-schrijvers is Ian Fleming een geval apart, maar niet onder hen alleen. Het komt niet iedere dag voor, dat men een Amerikaanse president als “publicist-manager” heeft, maar Fleming is er dan toch in geslaagd de meest geliefde auteur te worden van president Kennedy, die bij voorkomende gelegenheden vertelt hoe goed hij Fleming wel vindt.
In deze nieuwe serie The Archives duik ik in de rijke vaderlandse geschiedenis rond James Bond. Met name de kranten hebben veel over de geheim agent geschreven. Dit is deel 1.
Prive oorlog
Ian Fleming is 55 jaar en tien jaar geleden verscheen zijn eerste boek, Casino Royale. Daarin treedt hij voor het eerst op: James Bond, lid van de Britse geheime dienst. Of, om het te zeggen met de woorden van een der in deze boeken alom tegenwoordige fraaie vrouwen: “Heel knap. Hij doet me aan Hoagy Carmichael denken, maar hij heeft iets kouds en wreeds over zicht”.
Geheimagent 007 – een dubbel 0-nummer omdat hij als een van de weinige, bij zijn werk mag doden – heeft dankzij dat koude en wrede, bemind op tropische eilanden, in de Orient-Expres en langs verleidelijke stranden. Hij voert, nu al elf boeken lang, zijn prive-oorlog met de Russische geheime dienst, boven, maar ook onder water, want niet voor niets is het onder water vissen een hobby van zijn geestelijk vader, Ian Fleming.
Uit ervaring
“Mijn eerste boek schreef ik als een tegenwicht of antistof tegen de hysterische ontsteltenis over het feit dat ik op mijn drieënveertigste jaar ging trouwen“, zegt Fleming.
Het was niet zo vreemd. Deze burgemeesterszoon kreeg weliswaar zijn zeer Britse opleiding in Eton en Sandhurst en bouwde daarna aan een aardige carrière in het bankwezen, de oorlog besliste anders. Fleming kwam bij de afdeling “Intelligence” van de marine en bracht het tot assistent van de leider van die afdeling. Het verschafte hem dat inzicht in de werking van geheime diensten, dat, ondanks de opwindende overdrijving, nu aan zijn boeken een authentiek aandoend tintje geeft.
Want enige overdrijving is er wel. Agent James Bond treedt fors op, maar op zijn beurt krijgt hij ook regelmatig van die kleinigheden te verwerken als bom-, en ander aanslagen, aanvallers laten nonchalant hun initialen achter, gesneden in zijn hand, enorme vissen staan hem naar het leven.
In de val
Fleming vond voor al die krachtdadigheden in zijn boeken een tegenwicht: James Bond heeft speciaal voor hem gemaakte sigaretten, hij bestuurt een kostbare auto, hij geniet van verfijnde cocktails en eet regelmatig verrukkelijke – en uitgebreid beschreven – gerechten. James Bond houdt van vrouwen en kleren. Fleming wordt niet in het minst gehinderd door de soms gehoorde beschuldigingen dat hij en zijn held snobs zijn. “In een van de boeken heb ik de verkeerde saus bij vis laten opdienen. Dat is erger”, zegt hij. Bond is precies als Ian Fleming, gek op kaartspelen en golf en de enige hobby, die hij nog niet van de schrijver heeft overgenomen is het verzamelen van eerste edities van boeken en tijdschriften.
Agent 007 immers houdt van actie. In zijn nieuwe boek, On Her Majesty’s Secret Service zal dat zeer merkbaar zijn, zeker als hij tot de niet geringe verbijstering van de miljoenen lezers in de val loopt, die hij steeds zo sierlijk omzeilde: het huwelijk.
Telegraaf
Het bovenstaand artikel verscheen op vrijdag 13 september 1963 in dagblad De Telegraaf, op pagina 9. Het artikel verscheen naar aanleiding van het nieuwste James Bond-boek van Fleming: On Her Majesty’s Secret Service. De dag na het verschijnen van dit artikel begon een feuilleton van het boek: in de daarop 34 edities konden de lezers van De Telegraaf het boek lezen.
Het artikel werd geschreven door Joop van den Broek. Hij was correspondent in het buitenland voor veel kranten, tijdschriften, radio en televisie. Op 17 april 1997 overleed hij in zijn woonplaats Amsterdam. Hij schreef diverse Zwarte Beertjes (pockets van uitgeverij Bruna red.), misdaadromans en andere literaire werken.
Reageren