Vorige week overleed op 81-jarige leeftijd de Afro-Amerikaanse acteur Yaphet Kotto. De acteur had een prominente rol in de eerste James Bond-film van Roger Moore: Live And Let Die. Daarin vertolkte hij de dubbelrol van Dr. Kananga / Mr. Big. Ik blik terug op periodes uit zijn leven.
Jaren 70
De eerste James Bond-film van Roger Moore had een overwegend Afro-Amerikaanse cast. De Afro-Amerikaanse films in die tijd deden het heel goed, titels als Shaft (1971), Cotton Comes To Harlem (1970) en Sweet Sweetback’s Baadasssss (1971) trokken volle zalen. De films werden ook wel het “Zwarte Goud” genoemd. En dat in een periode waarin bewegingen als de Black Panther Party nog steeds prominent aanwezig waren. Maar waarin ook een omslag bezig was.
Het was MGM die min of meer bepaalde dat de nieuwe James Bond-film aandacht moest besteden aan de zwarte medemens. Albert R. Broccoli haalde scenarioschrijver Tom Mankiewicz en regisseur Guy Hamilton naar de productie en die begonnen aan het verhaal van Live And Let Die (1954), met her en der wat aanpassingen aan het origineel van Ian Fleming.
Casting van Kotto
Hoe Kotto in de productie kwam was op zijn zachts gezegd bijzonder te noemen. Voor de rol van Dr. Kananga heeft Yaphet Kotto geen auditie hoeven doen. Yaphet was op dat moment bezig met de productie van Across 110th Street (1972), waarin hij de hoofdrol vertolkte. Hij werd tijdens de opnames op de set benaderd door David Picker, vicepresident van United Artists. David kwam met de mededeling dat Kotto gecast was voor de hoofdrol als slechterik in de nieuwe James Bond-film. Hij was verbaasd en beduusd daarover. Later bleek dat het een keuze van UA was en niet van de producenten of regisseur.
Regisseur Guy Hamilton vertelde later in interviews ook dat de verstandhouding met Kotto slecht was. Zo zagen ze elkaar pas voor het eerst op de set in Jamaica. In een interview later vertelde Hamilton:
Ik ontmoette hem [Kotto] voor het eerst in Jamaica. Hij begon meteen over dat hij de gedachten had om Bond te gaan spelen. En daar was hij heel serieus in. Kotto was moeilijk om te sturen op de set. Ik ben pro-zwart en we hadden een hele grote Afro-Amerikaanse cast die we goed moesten behandelen.
Kotto had ook heel veel moeite met het script. Wellicht omdat de Afro-Amerikanen niet als helden naar voren kwam. De acteur was van mening dat zijn rol van Dr. Kananga/Mr. Big te simpel was weggezet. Te veel als een soort van stereotype. Volgens sommige verhalen zou Kotto in de productie zijn gebleven vanwege “de inhoud van de envelop” en dat het vooral handig was voor zijn internationale carrière. Achteraf bleek dat ook zo te zijn dat hij dankzij de rol in de film gecast werd voor Alien (1979).
Roger Moore
Roger Moore heeft voor de opnames van zijn eerste James Bond-film een dagboek bijgehouden. Elke dag beschreef hij in The 007 Diaries hoe hij zich voelde, hoe het op set was en alles eromheen. Zijn eerste ontmoeting met Yaphet Kotto was op 4 november, de achttiende draaidag van Moore, in New Orleans. Kotto had geen opnames, maar was overgekomen voor een aantal make-up tests. Ze ontmoette elkaar aan de bar en Moore omschreef:
En toen stond ik oog in oog met mijn tegenstander: Yaphet Kotto. Een beer van een vent: 1,93 m lang en 115 kilo zwaar. Ik voelde mij een echte bonenstaak.
De eerste ontmoeting aan de bar was kort: Moore moest de pers te woord staan. Ondanks dat er een dag later een fotomoment was, deed hij dit toch. De nieuwe film en vooral de nieuwe Bond moest zichzelf goed verkopen.
Een dag later was dus het fotomoment. Vanwege het weer waren er geen opnames, maar Yaphet Kotto kwam wel op de set kijken. Terwijl de pers binnen kwam en foto’s maakte van Roger Moore en Jane Seymour, gebeurde er iets wat Moore nog lang zal heugen, en wat de verstandhouding tussen de productie en Yaphet Kotto op scherp zette.
Kotto begroette bij aankomst met een vuist omhoog en kin omlaag: de Black Power groet. Het was niet duidelijk of dit serieus was of niet, maar Derek Coyte, verantwoordelijk voor de pers tijdens de productie, was niet te genieten. Die dag ging Kotto dan ook alleen met de zwarte stuntmannen lunchen en dineren.
De opnames
De opnames van Live And Let Die begonnen voor Kotto pas op 27 december 1972 in de Pinewood Studios. Daar waren een aantal interieur en exterieur sets gebouwd, waaronder het restaurant van Fillet of Soul, de flat van James Bond, de voodoo begraafplaats en (natuurlijk) de grot van Dr. Kananga. De grot was voorzien van een monorail en een haaienvijver.
Voor alle scènes waarin Kotto de rol van Mr. Big vertolkte werd hij voorzien van make-up, welke werd uitgevoerd door de inmiddels beroemde Rick Baker. Yaphet:
Ik moet toegeven dat ik er veel last van had toen het op mijn gezicht moest. Het was moeilijk om dat spul te dragen. Moeilijk om op te zetten, en er ging veel tijd in zitten. Maar toen het eenmaal erop zat, kon je zien dat het een meesterwerk was.
Soms moest Kotto meer dan vier uur in de make-up. Die tijd werd door de tegenspelers, waaronder Roger Moore, benut om voor de opnames te repeteren.
De eerste opnames waren op de set van het Fillet of Soul restaurant. Samen met Julius Harris (Tee Hee) en Solitaire (Jane Seymour) werden de eerste opnames gedraaid. Een dag later begint het echte werk van Yaphet Kotto. Roger Moore schreef in zijn dagboek:
Dit was niet B-dag 57, maar de K van Kotto Day. Ondanks de Black Power groet heb ik vandaag Kotto leren kennen als een echte acteur met een ongelooflijke diepgang en kracht.
Af en toe viel mijn mond open van verbazing als ik hem zag acteren dat ik soms mijn eigen tekst vergat.
De opnames werden gedraaid in de grot. En Kotto liet zijn kracht als acteur goed zien. Er werden soms takes gedraaid van vier minuten lang, waarbij de acteur liet zien wat hij in huis had.
Het einde
Voordat Dr. Kananga aan zijn einde komt is er nog een gevecht tussen Kananga en Bond, waarbij Dr. Kananga een mes heeft. De hele scène tussen Roger Moore en Yaphet Kotto werd begeleid door James Bond stuntlegende Bob Simmons. De choreografie hiervan was een idee van Geoffrey Holder De bijzondere manier van het vasthouden van het mes kwam van Kotto.
Ik wilde dat mijn bewegingen meer Haïtiaans waren, door bijvoorbeeld het mes ondersteboven te houden: de Cobra-greep.
Het moment waarop we Bond en Kananga in de haaienvijver zien vallen werd gedaan door de stuntmannen van beide heren. En dat kwam omdat Kotto niet kon zwemmen. De crew wilde het eerst niet geloven maar Kotto vroeg daarna:
Ik ben opgegroeid in Harlem. Waar moet ik hebben leren zwemmen?
Een dag later werden de close-ups onderwater geschoten in een watertank. En tot ieders verbazing sprong Yaphet zelf in het water. Na de repetities moesten de twee acteurs zich opmaken voor de daadwerkelijk opnames. Waar Moore uit het water ging om zich om te kleden stond Kotto erop om zijn kleren in het water aan te trekken. Het lukte hem, maar het duurde wel een kwartier. Tijdens de opnames waren er wat problemen, zoals lucht in zijn kleding. Maar ook dat kwam goed en aan het begin van de middag, op een vrijdag, zaten de opnames erop.
Yaphet Kotto had het wel moeilijk met het einde van zijn karakter. Hij was het niet eens met de manier waarop zijn karakter aan zijn einde kwam: een met lucht gevulde kogel bijt hij kapot waardoor hij wordt opgeblazen. Letterlijk. Kotto nam het persoonlijk hoog op en op het moment dat het special effects-team bezig was met de voorbereidingen van die scènes heeft Kotto de set verlaten.
Publiciteitsmachine
Kort na de opnames van Yaphet Kotto begon de publiciteitsmachine te draaien. Maar niet voor hem, vertelde hij later in diverse interviews. Zo beweerde hij dat hij uit de publiciteit werd gehouden door producent Harry Saltzman.
Harry [Saltzman] maakte zich zorgen over het image van een Afro-Amerikaanse slechterik. Toen de film werd geopend zat ik in een bar, in Harlem op 135th Street, omdat ik niet was uitgenodigd voor de premiere. Ik huilde een beetje, ik werd emotioneel. Ik was bij mijn mensen (broers en zussen), maar ik wilde bij de cast en crew zijn.
Overigens was de Amerikaanse acteur wel aanwezig bij de première in de Verenigde Staten.
No hard feelings
Ondanks het incident tijdens het fotomoment, de niet prettige samenwerking met Guy Hamilton, de oppervlakkigheid van zijn karakter en het verschrikkelijk einde, was Yaphet Kotto blij met zijn deelname aan de film en de latere associatie met de film-reeks. Het veranderde letterlijk zijn leven.
Ik leerde hoe ik kleding moest kopen, hoe ik mij moest kleden en hoe ik mij moest gedragen. Het was een opleiding in etiquette en het veranderen mij in een heer.
Kotto had veel lof voor de manier waarop Roger Moore een draai had gegeven aan James Bond.
Sean Connery zette Bond neer op manier dat hij [Bond] alles kon zijn, iedereen kon zijn. Het kon een Engelsman zijn of een Amerikaan. Hij was hard, knap en ruig. Maar met Rogers James Bond had ik het gevoel dat hij heel erg Engels was, snobistisch en een verfijnde smaak had. Roger gaf James Bond een eigen draai.
Hij getuigde ook zijn respect naar de producenten van de film: Albert R. Broccoli en Harry Saltzman.
Broccoli werd mijn vader. Hij was erg hartelijk en vaderlijk voor mij. Saltzman was net als Martin Luther King. Ik zei: ‘Harry zou het niet geweldig zijn als we zwarte stuntmannen hadden?’ En dus zorgde hij daarvoor. Hij was zo blij om dat voor mij te doen. Ik zei: ‘Harry, jij bent de beste.’
Reageren