Op 9 juli 1987, anderhalve week na de wereldpremière van The Living Daylights, kon het Nederlandse bioscooppubliek voor het eerst Timothy Dalton als 007 aanschouwen. Hoe reageerden Nederlandse journalisten op de vijftiende Bond-film? James Bond Nederland dook speciaal voor het dertigjarig jubileum van The Living Daylights in de krantenarchieven.
Wat direct opvalt als je kijkt naar de verslaglegging van The Living Daylights door de Nederlandse pers, is de enorme aandacht voor de casting van Jeroen Krabbé. Logisch want Krabbé was destijds, samen met tijdsgenoten Rutger Hauer en Paul Verhoeven hot property in de internationale filmwereld. Waar ten tijde van GoldenEye Nederland gelijktijdig met de rest van de wereld kennis maakte met Famke Janssen, was Krabbé in zijn geboorteland reeds een gevierd acteur voordat hij internationale faam verwierf. Het was bovendien ook de eerste keer dat een Nederlander gecast werd voor een grote rol in een Bond film. Iets om trots op te zijn!
In Het Vrije Volk (het hedendaagse Algemeen Dagblad) van 9 juli 1987 staat naast een recensie van The Living Daylights dan ook een interview met Krabbé. Het plezier dat de Nederlander heeft beleefd tijdens zijn 007-avontuur spat er vanaf. “Verder heb ik me tijdens de opnamen fantastisch geamuseerd. Bij de stunts kwam ik niet te pas dus had ik nogal wat vrije tijd. Ik heb veel gelezen en geschilderd en af en toe gekookt. Met Maryam d’Abo heb ik in Marokko zelfs gefietst in de woestijn en in Wenen hebben we musea bezocht.”
Daarnaast spreekt Krabbé zijn enthousiasme uit over de wereldpremière in Londen. “Ik had de tijd van mijn leven, absoluut. Alleen al die galavoorstelling in Londen: zeven open doeken, waarvan één ingezet door Lady Di. Ik kon het zelf zien want ze zat vlak voor me. Ik kon me verbeelden tijdelijk tot de Groten der Aarde te worden gerekend: een Daimler met chauffeur, bloemen en champagne op m’n hotelkamer, noem maar op.”
Maar wat vond men destijds van de film? In diezelfde editie van Het Vrije Volk noemt journalist Peter Slavenburg The Living Daylights de beste Bond film aller tijden. “The Living Daylights is hard, snel en spectaculair, zonder de ongeloofwaardige onzin van de Bond-produkties van de laatste jaren.” Dit komt volgens Slavenburg met name door Dalton. “Wat vooral opvalt is dat Dalton aanzienlijk harder is dan zijn laatste voorganger: directer, beslister en grimmiger.”
Naast het sterke spel van de nieuwe 007 roemt Slavenburg het realisme van The Living Daylights. “Het aardige van de film is naar mijn idee, dat het bijna een reflectie van de werkelijkheid is.”
De nieuwe koers die de Bond producenten zijn ingeslagen, lijkt ook De Telegraaf te bekoren. Naast het spel van Dalton en de heroïsche actie roemt journalist Henk ten Berge ook de romantiek in The Living Daylights. Dankzij “klassieke acteur” Dalton die “fysiek indruk maakt maar ook zijn menselijke zwakheden kent” heeft “de romantiek in de wereld van James Bond een belangrijke plaats gekregen”.
Hans Beerekamp van Het NRC Dagblad schrijft op 9 juli 1987: “Het scenario is spannend, consistent en tot op zekere hoogte geloofwaardig. Daardoor bereikt The Living Daylights nagenoeg het niveau van Dr. No en From Russia with Love, nog steeds de beste Bond films.” Maar waar De Telegraaf de romantiek van de film roemt, is Beerekamp hierover minder enthousiast. Hij begrijpt dat de producenten gezien de maatschappelijke ontwikkelingen (Aids beheerste de krantenkoppen op dat moment) ervoor kiezen Bond in de film nagenoeg monogaam te laten, maar vindt dit niet passen bij “de levensstijl van een voortdurend de dood trotserend geheim agent”.
Kortom, de Nederlandse reacties op The Living Daylights waren ronduit lovend. Met name het sterke spel van Dalton en de grimmigere sfeer van de film vielen in goede aarde. Iets wat twee jaren later bij Licence to Kill juist als voornaamste punten van kritiek werden genoemd!
Reageren