Een man met twee persoonlijkheden en een film over drugs. Dat zijn de nummers 14 en 13….op deze Eerste Kerstdag! Jamesbond.nl heeft de stemmen geteld en hier volgen de resultaten! Waarom moesten de volgende twee films wel of juist niet zo laag/hoog eindigen. Veel leesplezier met de resultaten van de #JamesBondTOP2018!
De 14e plaats, Live and Let Die, 1973 (14th place)
Wie films als Hit Man (1972) en Cool Breeze (1972, met Pam Grier) nog herinnert, weet dat begin jaren ’70 het tijdperk van de Blaxploitation films was. Ingegeven door de Black Panthers, NAACP, Black Power en Malcolm X, ontstond er begin jaren ’70 een heus subgenre aan misdaadfilms waarin enkel Afro-Amerikanen de hoofdrollen speelden. De films waren ook nog eens redelijk populair. Reden dus voor producers Harry en “Cubby” om deze trend te volgen.
Het werd hun ietwat makkelijker gemaakt met Fleming’s roman Live And Let Die, waarin ook Afro-Amerikanen een belangrijke rol speelden. Al werden ze in dit boek steevast weggezet als de SMERSH-schurken. Dat gebeurde ook met de film, al gaven scenarioschrijver Tom Mankiewicz en regisseur Guy Hamilton er een eigen humoristische draai aan.
En dat werkte perfect met Roger Moore voor de eerste keer als geheim agent 007. Je ziet dat cast en crew erg veel plezier beleefden aan deze film. Dat straalt af van deze film, die toch ook door de locaties (New York), wijde-pijpen-kostuums (costume designer Julie Harris) en idioot uitziende pooierauto’s, ook nog eens dat echte Blaxploitation sfeertje meekreeg. Let ook op de prachtige sound-editing tijdens de krokodillen-scene. Je voelt letterlijk hoe gevaarlijk die mini-dinosaurussen zijn. En laten we Sheriff J.W. Pepper (Clifton James) gelijk geven: Er was een heuse “doomsday machine!!” bezig zijn werk in het honderd te gooien.
Live And Let Die bewees, dat Bond ook zonder Connery verder kon. Het transformeerde de aanvankelijke Connery-serie nu écht een onuitputtelijke James Bond-franchise. Er zijn nog twee films van Moore over, maar deze haalt toch al wel een erg redelijke 14e plaats!
De 13e plaats, License to Kill, 1989 (13th place)
De nieuwe James Bond Timothy Dalton had met The Living Daylights (1987) bewezen zijn mannetje te staan. Met wat minder grappen en een serieuzere ondertoon, probeert Dalton het Bond-personage van Ian Fleming eer aan te doen. Dat de filmmakers daarin ook te ver kunnen doorschieten, blijkt uit het extreem harde Licence to Kill.
De tweede film met Dalton in de hoofdrol speelt leentjebuur bij Flemings tweede boek Live And Let Die uit 1954 (die als film hierboven net een plekje lager is geëindigd), waarin Bonds vriend van de CIA, Felix Leiter (voor de tweede keer gespeeld door acteur David Hedison), voor de haaien wordt gegooid. Dit is in de film aanleiding voor Bond om op eigen houtje achter de daders aan te gaan. Wat volgt is een uiterst spannend en knap in elkaar gezet verhaal, waarin James Bond het imperium van drugskoning Sanchez (eng goed gespeeld door Robert Davi) stukje bij beetje naar de ondergang helpt.
Grootste nadeel van Licence to Kill is dat het Bond-personage van Dalton al zijn humor verloren heeft. Wat overblijft is een keiharde actiefilm in een tijd waarin het publiek liever naar Lethal Weapon (1987), Die Hard (1988), Indiana Jones and The Last Crusade (1989, met Sean Connery) en Batman (1989) gaat, daar is de ouderwetse knipoog van James Bond nog wél te zien.
Vervelen zit er niet bij met wat regisseur John Glen hier voor de vijfde en laatste keer aflevert, al is het James Bond-gevoel deze keer wel erg ver te zoeken…
De stand tot dusver
We belanden zo zachtjes aan bij de TOP 10. Maar eerst gaan we de zogenaamde middenmoot bij langs. Al is ‘middenmoot’ natuurlijk voor velerlei interpretaties vatbaar. Maar de wat spraakmakendere Bond-films komen nu zo zachtjes aan wel bovendrijven. Veertien James Bond-films hebben intussen al te ‘lijden’ gehad onder jullie ongenaakbare commentaar. Tijd dus voor alweer een overzichtje. Waarbij opvalt dat A View To A Kill en Live And Let Die het, wellicht, wat beter gedaan hebben dan menigeen verwachtte:
- 26e plaats ● 045 PUNTEN ● 0,23 %: Casino Royale (1967)
- 25e plaats ● 103 PUNTEN ● 0,52 %: Never Say Never Again (1983)
- 24e plaats ● 259 PUNTEN ● 1,31 %: Diamonds Are Forever (1971)
- 23e plaats ● 287 PUNTEN ● 1,46 %: Die Another Day (2002)
- 22e plaats ● 298 PUNTEN ● 1,51 %: The World Is Not Enough (1999)
- 21e plaats ● 325 PUNTEN ● 1,65 %: Moonraker (1979)
- 20e plaats ● 330 PUNTEN ● 1,67 %: The Man With The Golden Gun (1974)
- 19e plaats ● 337 PUNTEN ● 1,71 %: Tomorrow Never Dies (1997)
- 18e plaats ● 359 PUNTEN ● 1,82 %: A View To A Kill (1985)
- 17e plaats ● 413 PUNTEN ● 2,09 %: Quantum Of Solace (2008)
- 16e plaats ● 482 PUNTEN ● 2,44 %: Octopussy (1983)
- 15e plaats ● 557 PUNTEN ● 2,82 %: You Only Live Twice (1967)
- 14e plaats ● 563 PUNTEN ● 2,85 %: Live And Let Die (1973)
- 13e plaats ● 693 PUNTEN ● 3,51 %: Licence To Kill (1989)
- 12e plaats ● ? ? ?
Benieuwd welke film er op de vraagtekens terecht gaat komen? Lees vanaf morgen de onthulling van de 12e en 11e plaats. Dus nog eventjes geduld voor de TOP 10. En laat gerust hieronder jullie reactie achter.
Live and Let Die heeft mijn voorkeur nooit gehad. Ik denk dat het te weinig had van een spionage thriller. Hoogtepunt is zonder meer de boat race en de sheriff figuur, maar het schurkt allemaal dicht tegen een komedie aan, vind ik. En fan van the Beatles zijn we nooit geweest… dus die titelsong!?
De inderdaad extreem harde Licence to Kill geeft een hoop spektakel en dat is het wel een beetje.